Veiligheid quadrivalent vaccin

Het quadrivalente griepvaccin is veilig.

Voordat een vaccin op de markt gebracht wordt, is het uitgebreid getest op veiligheid volgens strenge internationale eisen, waaronder de eisen die de WHO voor een vaccin stelt. De bestanddelen van het griepvaccin staan vermeld in de bijsluiter. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen 3 soorten bestanddelen:

  1. Werkzame delen: delen van de influenzavirussen waartegen bescherming wordt opgebouwd. Bij de in Nederland gebruikte griepvaccins zijn dat delen van geïnactiveerde (dode) influenzavirussen.
  2. Hulpstoffen: stoffen die aan het vaccin worden toegevoegd zodat het beter werkt, stoffen die de houdbaarheid verlengen en stoffen die de toediening van het vaccin makkelijker maken.
  3. Dit zijn de resten van stoffen die tijdens het productieproces van het vaccin zijn gebruikt. Na productie worden ze zoveel mogelijk uit het vaccin gehaald. Zeer kleine hoeveelheden kunnen nog achterblijven. Het gaat dan om hoeveelheden die in de regel geen schade veroorzaken. Voorbeelden zijn antibiotica, kippenei-eiwitten en formaldehyde.

Op internet wordt een aantal stoffen specifiek genoemd:

  • Thiomersal/Thimerosal: Dit is een kwikverbinding die als hulpstof (conserveringsmiddel) in enkele vaccins wordt gebruikt. Het zit niet in de jaarlijkse griepvaccins en het heeft er ook nooit ingezeten. Thiomersal heeft wel in het vaccin tegen de Mexicaanse griep in 2009 gezeten, maar dat vaccin wordt niet meer gebruikt.
  • Aluminiumverbindingen: Deze dienen als zogenoemde adjuvantia die worden gebruikt om de werking van een vaccin te verbeteren. Aluminiumverbindingen zitten niet in de jaarlijkse griepvaccins en hebben er ook nooit in gezeten.
  • Formaldehyde: Bij het productieproces van vaccins wordt formaldehyde toegevoegd om te zorgen dat het virus wordt gedood. Dit is de reden dat u geen griep kunt krijgen als gevolg van de griepprik. Vóórdat de vaccinvloeistof in de spuit gaat wordt dit gezuiverd, maar toch kunnen zeer kleine hoeveelheden formaldehyde als reststof achterblijven. Deze kleine hoeveelheid formaldehyde in vaccins is niet schadelijk voor de gezondheid. Het menselijk lichaam maakt bij de stofwisseling zelf ook formaldehyde aan. De hoeveelheid formaldehyde die in een dosis griepvaccin voorkomt is vele malen kleiner dan de hoeveelheid die het lichaam dagelijks zelf aanmaakt en is vele malen lager dan de internationaal vastgestelde toegestane waarde.
  • Kippenei-eiwitten: Bij het produceren van de jaarlijkse griepvaccins worden bepaalde cellen van het kippenembryo (kippenembryofibroblasten) gebruikt voor de groei van het virus. Na virusgroei wordt het tussenproduct zeer goed gezuiverd, maar het is niet helemaal uit te sluiten dat er nog heel kleine hoeveelheden restant kippenei-eiwit aanwezig zijn. Daarom wordt deze stof als reststof wel vermeld in de bijsluiter.

Antibiotica: Tijdens het productieproces en de opslag van tussenproducten worden o.a. antibiotica toegevoegd om te zorgen dat ongewenste bacteriën niet kunnen groeien. Vóór het afvullen van de vaccinvloeistof in spuiten of flesjes worden deze tussenproducten  grondig gereinigd, maar toch kunnen zeer kleine hoeveelheden antibiotica(sporen) als reststof achterblijven. Sporen van neomycine kunnen voorkomen in Vaxigrip Tetra®, sporen van gentamycine kunnen voorkomen in Influvac Tetra®.