Beleid tijdens epidemie

Er is sprake van een influenza-epidemie wanneer er per week minimaal 51 nieuwe gevallen per 10.000 inwoners gemeld worden bij het NIVEL-peilstation huisartsen.

  • Vaccineer tijdens een influenza-epidemie alsnog niet-tijdig-gevaccineerde patiënten uit de risicogroepen.
  • Bij hoog risicopatiënten kunt u eventueel preventief neuraminidaseremmers voorschrijven, gedurende 7 dagen na het laatste griepcontact. Neuraminidaseremmers zijn belangrijk bij het voorkómen van nieuwe ziektegevallen als het vaccin onvolledige bescherming biedt tegen het heersende virus.

In een verzorgingshuis is sprake van een influenza-uitbraak wanneer in een zorgeenheid binnen 48 uur een tweede geval van influenza voorkomt. Een mogelijke influenza-uitbraak in een zorgorganisatie moet direct virologisch bevestigd worden. Dit is noodzakelijk om tijdig met profylactische maatregelen te kunnen starten.

Neem bij een griepepidemie in een verpleeg- of verzorgingshuis de volgende (aanbevolen) maatregelen:

  • Behandel alle influenzapatiënten zo snel mogelijk en gedurende vijf dagen met oseltamivir.
  • Adviseer alle niet-gevaccineerde bewoners om de griepvaccinatie te halen.
  • Schrijf profylactisch oseltamivir voor aan alle niet zieke bewoners (wel of niet gevaccineerd) en zorgverleners binnen de zorgeenheid. Doe dit tot en met 7 dagen nadat bij de laatste patiënt of zorgverlener influenza is vastgesteld.
  • Stem af met de GGD.

In de Richtlijn Influenzapreventie in verpleeghuizen en verzorgingshuizen van Verenso leest u meer over het beleid tijdens een influenza-epidemie in verpleeg- of verzorgingshuizen.