Maligniteiten

Patiënten met een solide maligniteit hebben wel een indicatie voor de jaarlijke griepvaccinatie.

Waarom vaccineren 
De griepvaccinatie vermindert bij deze patiënten de kans op griep en de complicaties daarvan. Deze patiënten hebben door hun aandoening en/of behandeling daarvoor een afgenomen conditie en afweer. Zij zijn extra vatbaar voor griep en de complicaties daarvan, wat leidt tot een ernstiger beloop en hogere sterfte. Griep kan er bij deze patiënten daarnaast voor zorgen dat zij hun oncologische behandeling, zoals chemotherapie, moeten uitstellen.

Griepvaccinatie veilig en effectief
Het in Nederland gebruikte geïnactiveerde griepvaccin is bij deze patiënten veilig en effectief. Het blijkt dat maar een deel van de oncologische patiënten gevaccineerd wordt tegen griep. Mogelijk wordt verondersteld dat het vaccin bij deze patiënten niet werkzaam of zelfs gevaarlijk is. Er is wel een kans dat er bij een klein deel van de gevaccineerden bijwerkingen optreden, waaronder koorts. Dit is het gevolg van een immuunreactie op lichaamsvreemde eiwitten in het vaccin. Er zijn geen aanwijzingen dat patiënten die chemotherapie en/of bestraling krijgen meer bijwerkingen van de griepvaccinatie, zoals koorts, hebben dan andere patiënten.

Wanneer vaccineren
De respons op vaccinatie tijdens chemotherapie is mogelijk verminderd, maar een substantieel deel van de gevaccineerden ontwikkelt toch, ondanks chemotherapie, nog beschermende antilichamen. Wij adviseren te vaccineren vóór de eerste chemokuur. Als dat niet mogelijk is, kunt u ook vlak voor, tijdens of na de chemotherapie vaccineren. Dit geldt voor elke vorm van chemotherapie bij patiënten met een solide maligniteit. Dit geldt ook wanneer de griepvaccinatiecampagne al voorbij is en als niet-gevaccineerde patiënten vóór of tijdens het griepseizoen alsnog gaan starten met chemotherapie en/of bestraling.

Overleg altijd met de behandelend specialist vóór u vaccineert.