Bescherming trivalent vaccin

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert jaarlijks in februari tegen welke griepvirusstammen gevaccineerd zou moeten worden. Het griepvaccin is een geïnactiveerd trivalent vaccin en is gericht tegen 3 griepvirussen van het type A en B.

In het kader van een Europees programma, werkt het RIVM samen met andere landen om ieder jaar, al tijdens het griepseizoen de vaccineffectiviteit in te kunnen schatten. Definitieve schattingen voor Nederland en Europa komen pas na afloop van het griepseizoen beschikbaar.

Het vaccin geeft na ongeveer 2 weken bescherming, die ongeveer 6 maanden duurt. Jaarlijkse herhaling van de griepvaccinatie is noodzakelijk vanwege de veranderlijkheid van de griepvirussen en de daarmee wijzigende samenstelling van het vaccin.

Wat is de effectiviteit van de griepvaccinatie?

Griepvaccinatie verlaagt zowel de transmissie, als het ziektecijfer (morbiditeit) en het sterftecijfer (mortaliteit) door griep. De gemiddelde effectiviteit van de griepvaccinatie tegen infectie wordt tussen 2009 en 2016 geschat op 30% en tegen ziekenhuisopname vanwege griep op 41% (Rondy et al. 2017). Als de patiënt na vaccinatie toch griep krijgt, verloopt de ziekte meestal minder ernstig. Het effect van de vaccinatie is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de leeftijd van de patiënt, eventuele comorbiditeit en de status van het immuunsysteem. Daarbij spelen nog enkele factoren een rol: de overeenkomst tussen de virusstammen in het vaccin en de circulerende virusstam (de zogenaamde vaccinmatch), het type virus, de mate van viruscirculatie en de virulentie ervan. Het griepvaccin beschermt niet tegen andere virussoorten die griepachtige klachten veroorzaken, zoals rhino- of adenovirussen, die tot bovensteluchtweginfecties leiden.