Bescherming quadrivalent vaccin

Het nieuwe vaccin beschermt naar verwachting beter. Dit komt omdat er een extra griepvirus in het vaccin is opgenomen, zodat bescherming wordt opgebouwd tegen 4 in plaats van 3 verschillende griepvirussen. De kans is dus groter dat de griepprik beschermt tegen de circulerende griepvirussen. Toch kan het gebeuren dat er een andere variant van één of meer van de 4 verschillende griepvirussen gaat circuleren dan verwacht en zelfs gaat overheersen. De reden hiervoor is dat de samenstelling van het vaccin een half jaar van te voren vastgesteld moet worden om het vaccin op tijd voor de vaccinatiecampagne te kunnen produceren. In dat half jaar staat de evolutie van de griepvirussen niet stil. De griepprik kan dan minder goed werken, maar beschermt nog steeds wel.

De verwachting is dat het vaccin dat vier verschillende griepvirussen bevat, beter beschermt, omdat er een extra griepvirus aan is toegevoegd waartegen bescherming wordt opgebouwd.

De vaccineffectiviteit varieert per griepseizoen en is afhankelijk van verschillende factoren:

  • Welk of welke van de 4 verschillende griepvirussen vooral circuleert/circuleren;
  • en in samenhang daarmee de overeenkomst tussen de griepvirussen die circuleren en de varianten van de 4 verschillende griepvirussen in het vaccin;
  • het aantal mensen dat vatbaar is voor een infectie omdat ze niet beschermd zijn door een eerdere infectie of vaccinatie;
  • de mate waarin de circulerende virussen in staat zijn om een infectie te veroorzaken, maw het ziekmakende vermogen van de circulerende virussen;
  • individuele kenmerken van de gevaccineerde persoon.

In het kader van een Europees programma, werkt het RIVM samen met andere landen om ieder jaar, al tijdens het griepseizoen de vaccineffectiviteit in te kunnen schatten. Definitieve schattingen voor Nederland en Europa komen pas na afloop van het griepseizoen beschikbaar.